Welke periodes tellen mee voor de berekening van de transitievergoeding?

Tot voor kort bestond er onduidelijkheid over het antwoord op deze vraag, maar nu heeft de Hoge Raad het verlossende woord gegeven.

De transitievergoeding

Zoals je waarschijnlijk wel weet is de transitievergoeding een geldbedrag dat de werkgever verschuldigd is aan de werknemer indien, kort gezegd, de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever of als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever wordt beëindigd. De hoogte van de vergoeding is mede afhankelijk van de duur van de beëindigde arbeidsovereenkomst.

Wat zegt de wet

In de wet staat ook, dat in dit kader voor de berekening van de duur van de arbeidsovereenkomst een of meer voorafgaande arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen die elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd, worden samengeteld. Uit de wet lijkt dus aldus te volgen dat ook een voorafgaande arbeidsovereenkomst tussen dezelfde partijen die op initiatief van de werknemer is beëindigd meetelt bij de berekening van de transitievergoeding.

Oordeel Hoge Raad

Die opvatting strookt volgens de Hoge Raad echter niet met de ratio van de transitievergoeding en de op die ratio gebaseerde regel dat de transitievergoeding slechts verschuldigd is als de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever (of als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever) wordt beëindigd. Die opvatting strookt evenmin met een opmerking in de wetsgeschiedenis. Een redelijke wetsuitleg brengt daarom mee dat eerdere arbeidsovereenkomsten die zijn beëindigd op initiatief van de werknemer (zonder dat sprake was van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever) niet worden meegerekend voor de berekening van de duur van de overeenkomst ten behoeve van de transitievergoeding.

Het antwoord op de in de inleiding vermelde vraag is dus; nee, die periode telt in beginsel niet mee!